[Let op: Spelling en uitleg uit 1920] Διώξιππος, 1) blijspeldichter der nieuwe attische comedie.
—2) atheensch vuistvechter, overwinnaar bij de olympische spelen. Hij behoorde tot het geleide van Alexander den G., en overwon eens ongewapend een gewapenden Macedoniër.
Gevonden op
https://gutenberg.org/cache/epub/34955/pg34955-images.phpl
Geen exacte overeenkomst gevonden.