tapen werkw. Afbreekpatroon: 'ta - pen Herkomst: «Engels Vervoegingen: tapete (verl.tijd ) Vervoegingen: getapet (volt.deelw.) 1) vastmaken met tape, vastplakken Voorbeeld: 'dozen dicht tapen' 2) iets vastleggen op tape (geluids- of filmband) techniek Voorbeeld: 'heb je de hele uitzending getapet?' Syno...
1) Opnemen 2) Op band vastleggen 3) Aan elkaar zetten 4) Met tape vastmaken 5) Met plakband vastmaken 6) Bandageren 
tape op iets kleven om het betreffende te sluiten of te beschermen met tape vasthechten aan iets; met tape vastkleven een gekneusd of zwak lichaamsdeel, bijvoorbeeld een gewricht, met tape omwinden bij wijze van steunverband op geluidsband of op film vastleggen; opnemen
[Vergeten woorden] (zw. -te), taperen onrustig zijn, tegenstribbelen, spartelen [~ tapig]
het aanbrengen van smalle stroken niet-elastisch (of alleen in de lengte enigszins rekbaar), plakkend verband op de huid ter ondersteuning van gewrichtsbanden of spieren, ter verbetering van de houding of van de bloedcirculatie of lymfeafvoer
KopiërenNadoen