de disharmonie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ dɪshɑrmo'ni ] Afbreekpatroon: dis·har·mo·nie 1) toestand van gebrek aan of afwezigheid van harmonie Voorbeeld: 'innerlijk in disharmonie verkeren' Antoniem: harmonie 2) onenigheid Voorbeeld: 'We hadden zoveel ruzie, of eigenlijk niet zozeer ruzie, maar disharmonie.'... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/disharmonie