Djoezelen definitie

Zoek op

Djoezelen

Djoezelen logo #11618 1.waggelen en struikelen Voorbeeld: ‘Zalia trok djoezelend in huis, stak het lampke aan’ Voorbeeld: ‘Hier en daar liepen dronkenmannen zwemelend over de wegen, djoezelend om hun woning te vinden’ (ibid. 469) 2.insluimeren, dutten Voorbeeld: ‘Voor zover hij zien kon zat zij roerloos te dutten. Alevenwel had hij duidelijk ...
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.