1) Deel van een roeiboot 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Dolboord``] De bovenste plank van het boord van een schip of vaartuig, bij kleinere vaartuigen eene op het boord gespijkerde lat
bovenste gang van boot waarin dollen bevestigd worden
achterschildboord = binnenboord/dolboord/kromboord Dorleijn BHouwgesch 1> bovenrand bij een roeivaartuig met daarin uitsparingen voor de roeispanen. Ook dolboom, dolbord, en wat minder gebruikelijk bosbank genoemd. In Vlaanderen schijnt men echter van een Dolleboom spreken. [ Afbeelding ] [ Tekst: Roeien .] Gerelateerde term: kloetrand. 2>...
Bovenste gang van een boot, waarin de dollen bevestigd worden. Dekt de huid met de spanten af en vormt het `binnenboord` van een open boot.