doordraaien werkw. Uitspraak: [ 'dordrajə(n) ] Afbreekpatroon: door·draai·en Vervoegingen: draaide door (verl.tijd enkelv.) 1) blijven draaien Vervoegingen: heeft doorgedraaid (volt.deelw.) Voorbeeld: 'Het programma blijft op de achtergrond doordraaien.' 2) (producten) vernietigen wegens te groot aanbodcomme... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/doordraaien