het dubbeltje zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'dʏbəlcə ] Afbreekpatroon: dub·bel·tje geldstuk van tien cent dat is een dubbeltje op zijn kant (het is nog onzeker af dat goed zal aflopen) zo plat als een dubbeltje (heel plat) ieder dubbeltje twee keer omdraaien (heel zuinig zijn) voor een dubbeltje op de eerste rang/rij willen zitten (het b...
1) Munt 2) Duppie 3) Oude Nederlandse munt 4) Schobbetje 5) Tien cent 6) Geldstuk 7) Beisje 8) Muntstuk 9) Nederlandse munt vóór de euro 10) Nederlandse munt 11) Witje 
Nederlands muntje met de waarde van tien cent (twee stuivers) Werd tot de invoering van de euro als wettig betaalmiddel gebruikt in Nederland. waarde van een dubbeltje; waarde van tien cent muntje met de waarde van tien eurocent Is sinds de invoering van de euro een wettig betaalmiddel in eurolanden. waarde van een eurodubbeltje; waarde van tien eu...
muntstuk
muntje van 10 eurocent, tiende deel van een euro vb: een euro is tien dubbeltjes
Een 'dubbeltje' is een klein voormalig Nederlands geldstuk, een munt, oorspronkelijk van zilver, met een waarde van een tiende gulden. De naam 'dubbeltje' vond zijn oorsprong in het feit dat het geldstuk twee stuivers waard was ('dubbele stuiver').
• [numismatiek] een oud muntstuk ter waarde van 0,10 gulden.
muntstuk