de proletariër zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ prolə'tarijər ] Afbreekpatroon: pro·le·ta·ri·er Verbuigingen: proletariërs (meerv.) arbeider zonder eigen bezit uit de armste klasse van de samenleving Voorbeeld: 'Proletariërs aller landen, verenigt U!' 
1) Bezitloos arbeider 2) Bezitloze 3) Arbeider 4) Bezitloze arbeider 5) Haveloos persoon 
bezitloos arbeider Voorbeeld: In die regio wonen vele proletariërs.
arbeider zonder geld of bezit vb: in het oude Rusland waren proletariërs de echte helden
bezitloos arbeider
bezitloos arbeider
Iemand die niets anders heeft dan zijn kinderen.
Romeinse burger die te arm was om voor zichzelf te zorgen en daarom afhankelijk was van de steun van nobiles