duivels bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈdœyvəls ] Afbreekpatroon: dui·vels 1) gemeen Voorbeeld: 'Dat is een duivels plan.' Synoniemen: : satanisch, demonisch 2) erg; heel; enorm Voorbeeld: 'een duivels leuke meid' Synoniemen: demonen duivelachtig kwaadaardig verdoemd Spreekwoorden en zegswijzen • ledigheid is des...
1) Bliksems 2) Afstotelijk 3) Bezeten 4) Onchristelijk 5) Hels 6) Heidens 7) Niet christelijk 8) Occult 9) Duivelachtig 10) Kwaadaardig 11) Deksels 12) Demonen 13) Sardonisch 14) Geweldig 15) Demonisch 16) Verdoemd 17) Woedend 18) Satanisch 19) Zeer woedend 20) Zeer kwaad 21) Zeer hevig 22) Zeer boos
gemeen en boosaardig vb: het was een duivels plan
•een uitroep van verbazing. •als een duivel. •vervloekt. •boos, ongeduldig. •In hoge mate.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Vreemde) naam, welken de Chineezen aan alle vreemdelingen geven.
Het boze beginsel als persoon gedacht.