dwarsbomen werkw. Uitspraak: [ ˈdwɑrzbomə(n) ] Vervoegingen: dwarsboomde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedwarsboomd (volt.deelw.) zorgen dat iemand niet kan doen wat hij wil doen Voorbeeld: 'de plannen van het bestuur dwarsbomen' Synoniem: tegenwerken Synoniemen: dwarsliggen tegenwerken Gevonden op https://woorden.org/woord/dwarsbomen
Spreekwoorden: (1914) Iemand dwarsboomen, d.w.z. iemand tegenwerken, hem den voet dwars zetten; 17<sup>de<-sup> eeuw ook iemand dwars vallen of iemand (den weg) draaiboomen, iemand den Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10778