de dweper zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: dwe·per Verbuigingen: dwepers (meerv.) Verbuigingen: dwepertje (verkleinwoord) iemand die dweept (een overspannen bewondering voor een ideaal koestert of een overspannen aanhanger is van een idee) . Synoniemen: fanaat zeloot ziener 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dweper