de economieleraar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: eco·no·mie·le·raar Verbuigingen: economieleraars<br>economieleraren (meerv.) Verbuigingen: economieleraartje (verkleinwoord) een leraar die les geeft in de economie van de wereld. . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/economieleraar