het eenoudergezin zelfst.naamw. Uitspraak: [ en'ɑudərxəzɪn ] Afbreekpatroon: een·ou·der·ge·zin Verbuigingen: eenoudergezinnen (meerv.) gezin zonder de vader of de moeder Voorbeelden: 'Nu mijn vader dood is, hebben we een eenoudergezin.' , 'camping voor eenoudergezinnen' Gevonden op https://woorden.org/woord/eenoudergezin