I a de eigenaar zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɛixənɑr ] Afbreekpatroon: ei·ge·naar Verbuigingen: -s, -naren (meerv.) I b de eigenares zelfst.naamw. Uitspraak: [ ɛixənaˈrɛs ] Afbreekpatroon: ei·ge·naar Verbuigingen: -sen, -ses (meerv.) iemand die iets bezit Voorbeeld: 'de rechtmatige eigenaar van de portemonnee' Synoniem: bezi...
1) Huisbaas 2) Rechthebbende 3) Huisheer 4) Bezitter 5) Possessor 6) Industrieel 7) Drager 8) Propriëtair 9) Baas 10) Houder 11) Meester 
Iemand van wie een (onroerende) zaak is.
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Eigenaar``] (Inhaber) van een regiment. Zie Regiment
bezitter
financi?le zaken consumenten en producenten: persoon die het meest omvattend recht op een zaak heeft. ...
Onder eigenaar van de auto wordt verstaan degene op wiens naam het kenteken staat.
Hij die een voorwerp of zaak in wettig eigendom heeft.
Iemand die de eigendom heeft van een goed of recht.
bezitter (toon de herkomst via de etymologiebank)zakenrecht: persoon die het meest omvattend recht op een zaak heeft. ...
Een eigenaar is iemand die volgens de wet het volledig eigendom, zowel het juridisch eigendom als economisch eigendom, heeft over een goed of zaak.
degene van wie iets is vb: wil de eigenaar van de rode Volvo zich melden? Synoniem: houder
•iemand wiens bezit iets is
bezitter
Een eigenaar is iemand die iets bezit. [basiswoordenlijst groep 3]