de baas zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ bas ] Verbuigingen: bazen (meerv.) de bazin zelfst.naamw. Uitspraak: [ baˈzɪn ] Verbuigingen: bazinnen (meerv.) 1) iemand die de leiding heeft Voorbeelden: 'de baas van de afdeling' , 'er kan er maar één de baas zijn' Synoniem: leider iemand de baas zijn (iets beter kunnen dan de ander) de... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/baas
1) Aanspreektitel 2) Aanvoerder 3) Aanvoerder van een groep 4) Baasje 5) Beheerser 6) Beroep 7) Bestuurder 8) Bevelhebber 9) Bolleboos 10) Broodheer 11) Chef 12) Commandant 13) De hoogste autoriteit 14) Directeur 15) Eigenaar 16) Eigenaar van een hond 17) Eigenaar van een zaak 18) Eindverantwoordelijke Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Baas/1
wie de leiding heeft vb: hij is de baas van de ploeghij speelt de baas [hij doet alsof hij meer te vertellen heeft]het is altijd baas boven baas [er is altijd iemand die het nog beter weet]baas in eigen buik [zelf mogen beslissen over zwangerschap en abortus]iemand de baas zijn [hem overtreffen] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=baas