I a de emigrant zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ emiˈxrɑnt ] Afbreekpatroon: emi·grant Verbuigingen: -en (meerv.) I b de emigrante zelfst.naamw. Uitspraak: [ emiˈxrɑntə ] Afbreekpatroon: emi·grant Verbuigingen: -n, -s (meerv.) iemand die zijn eigen land verlaat om in een ander land te gaan wonen Synoniemen: emigrante landverhuizer 6 d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/emigrant
Let op: Spelling van 1858 Fr., een uitgewekene, vlugteling. Emigratie, de uitwijking uit-, verlating van het vaderland. Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/