het etiket zelfst.naamw. Uitspraak: [ etiˈkɛt ] Afbreekpatroon: eti·ket Verbuigingen: etiketten (meerv.) papiertje met informatie dat je ergens op kunt plakken Voorbeelden: 'zelfklevende etiketten' , 'het etiket van een wijnfles' iemand een etiket opplakken (iemand op een bepaalde manier beoordelen en tot een bepaalde categorie rekenen) ...
1) Aangehecht briefje 2) Aanhechtbriefje 3) Adresbriefje 4) Adreskaart 5) Kantoorartikel 6) Kenmerk 7) Kenteken 8) Kleefbriefje 9) Label 10) Merkplaatje 11) Naamplaatje 12) Opplakbriefje 13) Plakadres 14) Plakbriefje 15) Plakker 16) Plakkertje 17) Plakstrook 18) Sticker 19) Uithangteken 1) Adreskaart 2) Kenmerk 3) Kenteken 4) Kleefbriefje 5) Label 6) Opplakbriefje 7) Opschrift 8) Plakadres 9) Plakbriefje 10) Plakker 11) Plakkertje 12) Sticker 
Een etiket is een strookje papier, dat op of aan een bierflesje bevestigd is met bepaalde informatie over de inhoud en meestal ook over de herkomst - brouwer van het bier. Een etiket kan op verschillende plekken van een bierfles geplakt worden. Zo kennen we: Buiketiket of rompetiketHalsetiketRugetiket
papiertje met opschrift (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een naamkaartje (vb. sleufetiket, kleefetiket) met een naam. Op een confituurpot of fles wijn zit ook een etiket. Aan bomen en heesters gebruikt men meestal sleufetiketten. guy.dekindernospam@bigfoot.com 
label
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] aanhechtbriefje, met opschrift, vooral aan flesschen, ook op pakjes, waardoor de inhoud voor echt bekend staat, of als zoodanig gewaarborgd wordt.
label
De verkoopprijs breng je aan op een etiket dat je als een sticker op het artikel plakt.
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.