het kenmerk zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈkɛnmɛrk ] Afbreekpatroon: ken·merk Verbuigingen: kenmerken (meerv.) iets waaraan je iets of iemand kunt herkennen Voorbeelden: 'Hij heeft duidelijk kenmerken van zijn vader: zwart haar en een grote neus.' , 'de kenmerken van een ziekte' , 'Het belangrijkste kenmerk van deze stad is de scheve kerk...
1) Trek 2) Symptoon 3) Symptoom 4) Stigma 5) Merkteken 6) Attribuut 7) Parameter 8) Actualiteitenrubriek 9) Getuigenis 10) Typering 11) Zegel 12) Karaktertrek 13) Karakterschets 14) Karakteristieke eigenschap 15) Karakteristiek 16) Karakterisering 17) Karaktereigenschap 18) Herkenningsteken 19) Karakter 
Def.: een onderwerp met waarvoor een waarde wordt geregistreerd voor beheer en-of toetsing Toelichting: Kenmerken kunnen worden gebruikt in kenmerkvakken om op basis van de waarde een vakindeling te maken
technische term om te karakteriseren wat men hoort
Een abstractie van een eigenschap van een object.
merkteken
Elke eigenschap van een organisme waardoor het vergeleken kan worden met een ander organisme. Kenmerken worden overgebracht op het nageslacht. Alternatieven: kenmerken
(1) Eigenschap van een product dat voor een afnemer van belang kan zijn bij zijn besluit om het product al dan niet te kopen. (2) Eigenschap zoals kleur, naam, nummer en dergelijke die gebruikt kan worden om bewerkingen mee uit te voeren, zoals sorteren, groeperen, filteren.
merkteken (toon de herkomst via de etymologiebank)
wat typisch is voor iets of iemand vb: het kenmerk van lepelaars is hun brede platte snavel Synoniemen: eigenschap kenteken
•kenteken, karakteristieke eigenschap.
parameter
Een kenmerk is een karakteristieke eigenschap. [basiswoordenlijst groep 6]