I exit Herkomst: «Latijn met veel vertoon aftreden Voorbeeld: 'Van Brexit naar exit: Theresa May kondigde in een emotionele speech haar aftreden aan.' Synoniem: vertrekken II de exit zelfst.naamw. (m.) Herkomst: «Engels Verbuigingen: exits (meerv.) uitgang Synoniemen: uitgang entree (antoniem) 
1) Uittrede 2) Uitgang 3) Uit de gratie 4) Ballingschap 5) Aftocht 6) Afgelopen 7) Vertrek 8) Toneelterm 9) Uitweg 10) Uittreding 
Exit betekent uitgang. [basiswoordenlijst groep 8]
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] meerv. Exeunt (Latijn), hij treedt af; zij treden af, van tooneelspelers aan het einde van een tooneel.
hij gaat af (van toneel) - Jaar van herkomst: 1847 (KKU )
Hij-zij gaat weg
Verkoop van zijn aandelen, door een investeerder in een bedrijf, bijvoorbeeld een venture capitalist. Een exit kan zijn een IPO, een overname door een derde of een verkoop aan de zittende aandeelhouders.
hij gaat af van toneel (toon de herkomst via de etymologiebank)
opening waardoor je naar buiten gaat vb: boven de deur stond een bordje met 'exit' Synoniem: uitgang Tegenstellingen: ingang entree
Engels voor desinvestering (verkoop van een participatie in een onderneming).