fabuleren werkw. Afbreekpatroon: fa·bu·le·ren Verbuigingen: fabuleerde Vervoegingen: gefabuleerd (volt.deelw.) 1) verzinsels vertellen en wel zodanig dat men er zelf in gaat geloven (-> Münchhausen) 2) verhalen, fabels e.d. vertellen . Synoniemen: fantaseren 2 definities...
1) Bedenken 2) Fantaseren 3) Verzinnen 1) Fantaseren 2) Verzinsels opdissen 
verzinsels vertellen (toon de herkomst via de etymologiebank)
als een verhaal over het verleden wordt verteld, verzint men diverse feiten om gaten in het geheugen te vullen. Dit komt voor bij stoornissen in het korte- of lange termijngeheugen