feestvieren werkw. Uitspraak: [ 'fes(t)firə(n) ] Afbreekpatroon: feest·vie·ren Vervoegingen: vierde feest (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft feestgevierd (volt.deelw.) een feest (1) vieren, eraan meedoen Voorbeeld: 'met je klasgenoten feestvieren als je geslaagd bent voor je eindexamen' Synoniem: feesten Synoniemen: celebreren feest... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/feestvieren