fezelen werkw. Afbreekpatroon: fe - ze - len Vervoegingen: fezelde (verl.tijd ) Vervoegingen: gefezeld (volt.deelw.) 1) zachtjes praten; fluisteren (België) Voorbeeld: 'Het fezelen van het groepje mannen op de gang wordt steeds luider.' Synoniemen: : zacht spreken, vezelen 2) op bedekte wijze vertellen of rondvertellen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/fezelen
fluisteren, fluisterend spreken, praten, zeggen - Voorbeeld: ‘'t Geleek een afgewisselde samenzang van getelde psalmen (...) begeleid en vervuld door 't meezingende fezelen van bladergehuiver hoog’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0009.php