de fiducie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ fi'dysi ] Afbreekpatroon: fi·du·cie (geen/weinig) fiducie hebben in (iets) ((geen/weinig) vertrouwen hebben in (iets)) 'Ik ga het overleg actief in, maar ik heb er weinig fiducie in.' Synoniemen: confidentie geloof vertrouw vertrouwen Gevonden op https://woorden.org/woord/fiducie
vertrouwen WOORDFEIT: Ergens fiducie in hebben betekent 'erop vertrouwen dat iets goed afloopt'. Het woord fiducie komt via het Frans van het Latijnse fiducia 'vertrouwen, zelfvertrouwen'. Dat woord is afgeleid van het werkwoord fidere 'vertrouwen'. Een verwant woord is fideel 'trouwhartig'. In de praktijk wordt fiducie weleens uitgesproken en gesc... Gevonden op https://onzetaal.nl/uploads/nieuwsbrieven/fiducie.html