de fietsband zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'fitsbɑnt ] Verbuigingen: fietsbanden (meerv.) rubberen ring met lucht erin rond een wiel van een fiets Voorbeeld: 'je fietsbanden oppompen' Synoniemen: band 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/fietsband