het financieringstekort zelfst.naamw. Uitspraak: [ finɑn'sirɪŋstəkɔrt ] Afbreekpatroon: fi·nan·cie·rings·te·kort Verbuigingen: financieringstekorten (meerv.) tekort aan geld van het rijk doordat de lopende uitgaven hoger zijn dan de inkomsten Voorbeeld: 'Aflossingen op de staatsschuld worden niet meegerekend in het financieringst...
1) Begrotingstekort 
Tekort op de rijksbegroting dat wordt gedekt doordat de overheid obligatieleningen op de kapitaalmarkt uitzet.
[economie] Het verschil tussen inkomsten en uitgaven van het rijk, waarbij de aflossingen op de staatsschuld buiten beschouwing worden gelaten. Het tekort wordt meestal uitgedrukt als percentage van het nationaal inkomen. Zie ook EMU-tekort.
algemeen overheid: Het begrotingstekort verminderd met de aflossingen op de staatsschuld. (Sch?ndorff c.s.) - Zie ook: ...
het begrotingstekort verminderd met de (herleenbare) aflossingen op de staatsschuld. Het financieringstekort is een betere maatstaf (om de begrotingspolitiek te beoordelen) dan het begrotingstekort, omdat het aangeeft hoeveel de overheid per saldo op de kapitaalmarkt moet lenen, en het geeft precies aan hoeveel de staatsschuld dat jaar weer zal sti...
Het bedrag waarvoor de overheid een beroep moet doen op de geld- en kapitaalmarkt om de begroting in evenwicht te brengen.politiek: negatief verschil tussen de inkomsten en uitgaven van het Rijk; de totale uitgaven van het Rijk overtreffen de ...
Het 'financieringstekort' is het (veelal negatieve) saldo van lopende uitgaven en de inkomsten van de overheid van een land. Als de lopende uitgaven lager zijn dan de inkomsten, dan is er sprake van een 'financieringsoverschot'.
Het negatieve verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de gemeente of andere overheid. Meer informatie over Financieringstekort