ding, voorwerp van het gemoed, gemoed, gemoedsstemming - Voorbeeld: ‘Ze spraken onbewust een taal die zonder inzicht of bedoeling hun fijnste gemoedsdingen uitgaf, zonder dat de “vreemde” er iets uit vatten kon’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php