[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] oudtijds
rechtsgeding, waarbij een der gedingvoerenden een vreemdeling was, die hier zijne woonplaats niet had; tegenover
poorterding, waarbij beide partijen poorters waren.
Gastding gaat vóor
poorterding - luidde toen de regel.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0011.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.