proberen werkw. Uitspraak: [ proˈberə(n) ] Afbreekpatroon: pro·be·ren Vervoegingen: probeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geprobeerd (volt.deelw.) (iets) doen waarvan je niet zeker weet of het kan of lukt Voorbeelden: 'Ik heb het drie keer geprobeerd, maar het lukte niet.' , 'Het is het proberen waard.' Synoniem: pogen Syno...
1) Aanproberen 2) De proef nemen met iets 3) Uittesten 4) Op de proef stellen 5) Passen 6) Keuren 7) Aanzien 8) Pogen 9) Wagen 10) Toetsen 11) Bezien 12) Betrachten 13) Beproeven 14) Proeven 15) Trachten 16) Zien 17) Onderzoeken 18) Zoeken 19) Testen 
beproeven - Jaar van herkomst: 1440 (MNW )
pogen, trachten (toon de herkomst via de etymologiebank)
•testen •onderzoeken •iets met succes trachten te beëindigen, waarvan men niet weet of het gaat lukken. (+audio)
bewijzen.
beproeven, pogen
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] beproeven, bewijzen, waarmaken