uitdr. Voorbeeld: ‘met de, in een gauwte’: inderhaast, gauw, vlug, gezwind (VD) - Voorbeeld: ‘Ze kocht in een gauwte heel hare voorschoot vol’ - Voorbeeld: ‘De boerin riep voor de koffie, en de bende stormde de keuken binnen, waar zij, in 't schemerlicht, met de gauwte het eerste ontbijt verorberden’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php