het gebaar zelfst.naamw. Uitspraak: [ xəˈbar ] Afbreekpatroon: ge·baar Verbuigingen: gebaren (meerv.) 1) beweging met een lichaamsdeel waarmee je iets duidelijk maakt Voorbeelden: 'handgebaar' , 'een ongeduldig gebaar maken' , 'met gebaren aangeven dat iemand moet stoppen' 2) handeling waarmee je iets aardigs wil uite...
1) Beweging 2) Beweging van het lichaam 3) Daad 4) Frats 5) Geste 6) Gesticulatie 7) Handbeweging 8) Handreiking 9) Lichaamsbeweging 10) Manier 11) Teken 12) Teken met de hand 13) Wenk 1) Beweging 2) Frats 3) Geste 4) Handbeweging 5) Handreiking 6) Hint 7) Lichaamsbeweging 8) Manuaal 9) Mime 10) Teken 11) Wenk 
beweging van het lichaam, geste (toon de herkomst via de etymologiebank)
•beweging waarmee men iets wil zeggen. •handeling waarmee men iets wil uitdrukken.
beweging van het lichaam
beweging van het lichaam
Te gebruiken voor de beweging van ledematen of het hele lichaam als middel tot opzettelijke uitdrukking.