geheel - Voorbeeld: ‘Alles wat ze (= de landlieden) zien van lucht en zon en eerde en groente, is niets anders dan de grote geheelheid in gestadige gang door de wisselende jaargetijden’ (Uitzicht II 102) Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php