
gepastheid, afgemetenheid, ernst, juistheid - Voorbeeld: ‘
Met gemetenheid in gang en gebaren, zal de losbol nu trachten zijne eer en goede naam; die hij onder de dorpsgenoten verbeurd had, weer goed te maken, om zijne plaats onder het deftig gezelschap weer te kunnen innemen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.