de genade zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ xəˈnadə ] Afbreekpatroon: ge·na·de Verbuigingen: genaden, genades (meerv.) situatie dat God of iemand anders je je verdiende straf niet geeft Voorbeelden: 'God om genade vragen' , 'De gevangen genomen soldaat smeekte om genade.' Grote genade! (<dit roep je als je schrikt of opgewonden ben... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/genade
Door de verdiensten van Jezus Christus aan de mensen geschonken gave, noodzakelijk voor het bereiken van het eeuwig geluk; van deze heiligmakende genade onderscheidt de kerk de dadelijke genade, oftewel de genade van bijstand, gegeven om de christelijke deugden te kunnen beoefenen. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10694