genet zelfst.naamw. Afbreekpatroon: ge·net Verbuigingen: genetten (meerv.) Verbuigingen: genetje (verkleinwoord) 1) 《em》het genet《/em》: een klein soort Spaans paard Voorbeeld: 'Het paart, dat met briessen het spaansch genet uittart.' 2) 《em》de genet (v)《/em》: een klein roofdier uit de familie der civetka...
1) Civetkat 2) Frans schrijver 3) Franse schrijver 4) Franse toneelschrijver 5) Klein soort Spaans paard 6) Paard 7) Paardje 8) Rijdier 9) Rijpaard 10) Roofdier 11) Spaans rijdier 12) Spaans rijpaard 13) Viervoeter 14) Vurig paard 15) Vurig ros 16) Zoogdier 1) Rijpaard 
Genet is een Afrikaanse jongensnaam. Het betekent `Eden`.
Let op: Spelling van 1858 een welgeëvenredigde kleine Spaansche hengst, wanneer hij van eenen Barbarijschen hengst en eene Spaansche merrie voortgekomen is. Spaansche klepper
Spaans paard (toon de herkomst via de etymologiebank)
vurig paard.
civetkat