gepikeerd bijv.naamw. Uitspraak: [ xəpi'kert ] Afbreekpatroon: ge·pi·keerd 1) als je je beledigd voelt Voorbeeld: 'De gepikeerde man koelde zijn woede op zijn ontrouwe vrouw.' Synoniemen: : op je tenen getrapt, beledigd 2) (van gerechten) waar iets doorheen gestoken is Voorbeeld: 'met gerookte ham gepikeerde varke... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gepikeerd