het geplaag zelfst.naamw. Afbreekpatroon: ge·plaag het, al of niet goed bedoeld, iemand lastig vallen Voorbeelden: 'Het meisje had helemaal genoeg van het aanhoudende geplaag van de vervelende jongen.' , 'Voorheen werden schoolbesturen bezet door ouders die als vrijwilligers die taak op zich namen. Ze werkten er hard voor, mede gemotiveerd... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/geplaag
het voortdurend of herhaaldelijk plagen van iemand; het voortdurend of telkens weer jennen van iemand; gejen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/geplaag