1) voorzien van een rok; een rok dragend; met een rok aan 2) voorzien van rok, d.w.z. een tabbaard, een priestergewaad of een toga; een rok dragend; met een rok aan 3) voorzien van een rokkostuum; een rokkostuum dragend; met een rokkostuum aan Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/gerokt