gesticuleren werkw. Uitspraak: [ xɛstiky'lerə(n) ] Afbreekpatroon: ges·ti·cu·le·ren Vervoegingen: gesticuleerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gegesticuleerd (volt.deelw.) met bewegingen van een lichaamsdeel iets duidelijk maken Voorbeelden: 'niet met woorden communiceren maar door aanwijzen, mimiek en gesticuleren' , 'Te vee... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gesticuleren