pedaal, trede, voettrede (van een weefgetouw) - Voorbeeld: ‘Ze ging haastig in de weefkamer werken op 't getouwe. (...) Heur voeten wrochten op de geterden en heur handen snokten de tap en de lade’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php