de gezaghebber zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ge·zag·heb·ber Verbuigingen: gezaghebbers (meerv.) Verbuigingen: gezaghebbertje (verkleinwoord) een persoon met een soort natuurlijke bevoegdheid om ergens beslissingen over te nemen Voorbeeld: 'Hij was niet echt een gezaghebber.' . Synoniemen: autoriteit gezagsdrager 5 definities...
1) Aanvoerder 2) Autoriteit 3) Bestuurder 4) Bestuursambtenaar 5) Commandant 6) Gebieder 7) Gezagdrager 8) Gezagsdrager 9) Gezagvoerder 10) Gouveneur 11) Kapitein 12) Petor 13) Potentaat 14) President 1) Ambtelijke titel 2) Autoriteit 3) Bestuurder 4) Bevelvoerder 5) Bewindhebber 6) Dictator 7) Gebieder 8) Gezagdrager 9) Gezagsdrager 10) Hoge autoriteit 
regeerder (toon de herkomst via de etymologiebank)
wie iets te zeggen heeft over andere mensen vb: hij is gezaghebber in het leger Synoniemen: autoriteit gezag overwicht
regeerder
regeerder
personen- en familierecht: persoon die het gezag over een ander uitoefent. Bijv. ouders zijn ~ van hun kinderen. ...staatsrecht: onafhankelijk bestuurslid van het Bestuurscollege (BC) van een eiland van de Nederlandse Antillen. De ~ wordt ...