de gesprekspartner zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [xeˈsprɛkspɑrtnər] Verbuigingen: gesprekspartner|s (meerv.) iemand die aan een gesprek deelneemt Voorbeeld: `Onze gesprekspartners van de andere partij zijn de heren Smit en Jansen.` ... Gevonden op http://www.woorden.org/woord/gesprekspartner