de gezel zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ge·zel Verbuigingen: gezellen (meerv.) Verbuigingen: gezelletje (verkleinwoord) 1) makker, reisgenoot 2) middeleeuwse ambachtsman in een gilde die nog niet de rang van meester of baas had verworven 3) handwerksman die als knecht onder een baas werkt . Synon... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gezel
In het middeleeuwse systeem van gilden een ambachtsman die in dienst is van een meester en na zo'n zeven jaar opleiding klaar is om een ambacht zelfstandig uit te oefenen. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11639