I gipsen werkw. Afbreekpatroon: gip·sen Verbuigingen: gipste Vervoegingen: gegipst (volt.deelw.) met gips bestrijken, bestrooien of behandelen II gipsen bijv.naamw. Afbreekpatroon: gip·sen van gips vervaardigd . 5 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gipsen