gniffelen werkw. Uitspraak: [ xnɪfələ(n) ] Afbreekpatroon: gnif·fe·len Vervoegingen: gniffelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gegniffeld (volt.deelw.) zachtjes en een beetje in jezelf lachen Voorbeeld: 'gniffelen als je een grappige tekst leest' Synoniemen: ginnegappen grinniken 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gniffelen