behagen, bevallen (VD II) - Voorbeeld: ‘Hij had er zijn behagen in en 't greide hem die levenslust en die zelfvoldane, achteloze blijheid hele dagen te zien en te horen op 't hof’ - Voorbeeld: ‘'t Was immers zijn eerste zomer dat de lust hem bekropen had om mee te doen, dat zijn ogen zagen 't geen er te grijpen en te greien viel Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php