
goedpraten werkw. Uitspraak: [ 'xutpratə(n) ] Afbreekpatroon: goed·pra·ten Vervoegingen: praatte goed (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft goedgepraat (volt.deelw.)
zeggen dat iets niet zo erg is terwijl het wel erg is Voorbeeld: 'mensen die hun drugsgebruik goedpraten' Synoniem: vergoelijken Synoniemen: rechtpraten verbloemen vergoe...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/goedpraten

1) Verbloemen 2) Rechtpraten 3) Vergoelijken
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Goedpraten/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.