grillen werkw. Uitspraak: [ 'xrɪlə(n) ] Afbreekpatroon: gril·len Vervoegingen: grilde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gegrild (volt.deelw.) op de grill roosteren Voorbeeld: 'stukjes vlees grillen' Synoniemen: barbecuen grilleren roosteren 7 definities...
1) Barbecueën 2) Bereidingswijze 3) Bereidingswijze van vlees 4) Keukenwerk 5) Kuren 6) Roosteren 7) Vleesbereiding 1) Barbecueën 2) Fratsen 3) Grilleren 4) Kuren 5) Rillen 6) Roosteren 
rillen, huiveren, gruwen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Door stralingswarmte verhitten van een gerecht waardoor een knapperig korstje ontstaat.
roosteren
Roosteren. bruin en gaar maken van gerechten met gebruik van weinig vet, onder de grill en of op de barbecue. http://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
Grillen is het dichtschroeien, bruin en eventueel gaar maken van vlees of groente zonder toevoeging van vet. De warmte is afkomstig van een gloeiende grill in een oven, een hete contactgrill, een grillpan of een barbecue. Gerechten in de oven of de grill kleuren mooier als ze met een beetje olie of vloeibaar bak- en braadproduct worden bestreken. O...
Voedsel op een rooster dichtschroeien en-of laten garen. Kan op speciale grillplaten of op een houtskoolvuur.
Grillen is hetzelfde als roosteren: het bruin en gaar maken van gerechten met gebruik van weinig extra vet, onder of op een grill of barbecue Haal het vlees een half uurtje van de te voren uit de koelkast en dep het droog met keukenpapier Warm grillapparatuur (gas, electra) goed voor Dep het vlees eerst droog met keukenpapier. Kruid het vlees, maar...