roosteren werkw. Uitspraak: [ ˈrostərə(n) ] Afbreekpatroon: roos·te·ren Vervoegingen: roosterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geroosterd (volt.deelw.) (voedsel) gaar laten worden op een rooster boven een vuur Synoniemen: barbecuen grillen grilleren toast maken verschroeien 10 definities...
1) Barbecueën 2) Bereidingswijze 3) Bereidingswijze van vlees 4) Blakeren 5) Braden 6) Brouwersterm 7) Bruin geworden 8) Flamberen 9) Geschroeid (worden) 10) Geschroeid worden 11) Gezengd (worden) 12) Grillen 13) Grilleren 14) Laten uitdrogen 15) Op een rooster braden 16) Plaats in de Benelux 17) Plaats in Limburg 1) Barbecueën 2) Blakeren 3) Braden 4) Grillen 5) Grilleren 6) Plannen 7) Schroeien 8) Verschroeien 9) Zengen 
op een rooster braden (toon de herkomst via de etymologiebank)
op een rooster boven een vuur gaar maken vb: we roosteren het vlees op de barbecue
• [ov] in de gloed van een vuur of andere hittebron gaar laten worden
op een rooster braden
Het bereiden van voedsel op een rooster (boven een gloeiende houtskool). Ook `Barbecuen` genoemd
Het bereiden van voedsel op een rooster (boven een gloeiende houtskool). Ook `Barbecuen` genoemd. 
is het bereiden van voedingsmiddelen door directe blootstelling aan stralingswarmte van bijvoorbeeld houtskool of onder de grill.
Er zijn heel wat keukentermen voor technieken die erg op elkaar lijken Zo worden de termen grilleren en roosteren vaak door elkaar gebruikt Roosteren is het bruinen en garen van producten op een vlakke hete plaat Bij grilleren wordt vaak gebruik gemaakt van roosters, waarbij de afstand naar de hittebron bovendien instelbaar is
Zie -˜Branden-˜.
Het al dan niet automatisch beïnvloeden van een proces of machine ten behoeve van het verkrijgen van de gewenste resultaten.
Voedsel bereiden door het bloot te stellen aan directe hitte.