I a de Groninger zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'xronɪŋər ] Afbreekpatroon: Gro·nin·ger Verbuigingen: Groningers (meerv.) I b de Groning - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'xronɪŋ - sə ] Afbreekpatroon: Gro·nin·ger Verbuigingen: Groningsen (meerv.) iemand die in de stad of provincie Groningen geboren is II Groninger bijv.naamw. Uits... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/Groninger
1) iemand die afkomstig is uit de provincie Groningen; inwoner van de provincie Groningen 2) iemand die afkomstig is uit de stad Groningen; inwoner van de stad Groningen 3) van de provincie Groningen; uit de provincie Groningen; in de provincie Groningen 4) van de stad Groningen; uit de stad Groningen; in de stad Gronin... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/Groninger
• [demoniem] een inwoner van de provincie Groningen • [demoniem] een inwoner van de hoofdstad van de provincie Groningen. • [demoniem] een inwoner van de gemeente in de provincie Groningen waarin de stad Groningen ligt. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/Groninger
1> willekeurig schip uit Groningen. 2> verkorting van Groningerbol; een vrachtschip. 3> een slecht onderhouden of slecht uitgerust schip, of een schip met erg lelijke of volle vormen. De term werd voornamelijk door sommige Friese schippers gebruikt. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=geu#groninger