de grossier zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: gros·sier Verbuigingen: grossiers (meerv.) iemand die in het groot verkoopt, een groothandelaar . Synoniemen: groothandel groothandelaar 7 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/grossier
1) groothandelaar die vooral op de binnenlandse markt inkoopt en levert aan de detailhandel en aan grootverbruikers 2) iemand die iets in grote hoeveelheden of in ruime mate voortbrengt, verzamelt e.d. Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/grossier
Een ander woord voor groothandelaar: een partij in de handelsketen die als tussenschakel fungeert tussen fabrikanten en detailhandel. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11557